De Heerlijkheid Tetterode (12e–14e eeuw – 1795) was een ambachtsheerlijkheid ten westen van Haarlem, gelegen tegen de duinen onder Aelbrechtsberg en dat strekte tot aan het zuiden van Overveen en het zuidoosten gemarkeerd door Vogelenzang. Deze heerlijkheid had de rechtelijke status van een banne, waaronder ook de ambachtelijke heerlijkheden van Aelbrechtsberg en Vogelensang toebehoorden.

Op het terrein van het Provinciaal Ziekenhuis lagen in de 17e eeuw de blekerijen. Omstreeks die tijd was het in bezit van de Amsterdamse dr. Nanning Florisz Cloeck (1567 – 1624). Hij was katholiek, woonde op het Damrak en was luitenant bij de schutterij. Tussen zijn bleekvelden, stichtte hij een zomerverblijf dat hij Cloeckendael noemde. Na zijn dood bleef het nog twee generaties in de familie.1

In 1655, een jaar met pest, kocht de Amsterdamse koopman, mr. Willem van Gennep, de hofstede voor 15.000 gulden. Vanwege het visrijke en nabijgelegen Brederodemeer veranderde hij de naam in Meer en Berg? Hij was getrouwd met Antonetta van Heijnsbergen en opgegroeid op Kloveniersburgwal 45 (tegenover het Bushuis). Ongeveer 50 jaar woonde de familie op dit buiten of in Haarlem. Er is bijzonder weinig bekend over deze familie die toch gefortuneerd moet zijn geweest. In 1683 gaf hij opdracht het gebied rond de hofstede en het meer in kaart te brengen door Johannes Leupenius.[Historische Kring Velsen-kastelenserie, p. 94, afbeelding 48 en 49]
In een onbekend jaar werd het voor slechts 6.000 gulden verkocht aan Philips van der Goes (1651-1707), sinds 1692 vice-admiraal van Holland en West-Friesland. Hij woonde op Herengracht 565. Rond 1733 ging het bezit voor f 7.500 over aan de curatoren (broers) van de imbeciele Jacob Christoffers jr, die in 1745 overleed op de buitenplaats.2 34
Na de boedelscheiding in maart 1746 kocht de heer Hendrik Talbot, raad van politie in Haarlem, de hofstede voor f 6.300 op een publieke veiling. Hij liet de bebouwing van de naast gelegen blekerijen afbreken en veranderde de bleekvelden tot een bos, dat hij bij zijn nieuw verworven buitenplaats trok. Hij was getrouwd met Maria Magdalena Duchanier, bovendien eigenaar van de plantages Crommenie en Overbrugge in Suriname.5
6 Hij stierf op 15 februari 1750 en de erfgenamen verkochten eind april de hofstede aan Gerrit Vervoorden voor 4525 gulden, inclusief huisraad en beesten.7 Over deze Gerrit is niet veel bekend.
De volgende bewoner/eigenaar in 1756 werd Mr Cornelis van der Cocq.8 In februari 1798 was hij een van de Provisionele Representanten van het Volk van Holland.9 Hij was eigenaar van de brouwerij De Passer en Valk op de Bakenessergracht.

In 1762 werd mr. Christoffel Jan van Dam, burgemeester van Haarlem, raad van State, rekenkamer, admiraliteit, de nieuwe eigenaar voor f 8.200. Hij was in 1722 geboren in Doornik. Hij is overleden op 23 augustus 1798 in Bloemendaal, hij was toen 76 jaar oud. Hij vergrootte zijn bezit door de aankoop van het aangrenzende Valckenburgh. Hij was getrouwd met Henriëtte Jacoba van Hoorn op 5 maart 1752 te Haarlem, hij was toen 29 jaar oud. Zij is overleden op 30 mei 1767 in Haarlem, zij was toen 36 jaar oud.

Zij hadden een dochter, Bregitta Susanna Johanna, getrouwd met Gerbrand Pancras Clifford. Zij is overleden op 1 april 1798 in Amsterdam, zij was toen 43 jaar oud. In 1798 werd haar schoonzoon Pieter Theodoor van Hoorn, thesaurier van Amsterdam, kolonel in de schutterij, erfgenaam van zijn vrouw en eigenaar. Zijn zuster trouwde in 1799 Hendrik Bicker, de zoon van de patriot Jan Bernd, die terug was gekeerd uit Parijs. Zijn vader was de schatrijke Quirijn Willem van Hoorn, bankier van Stanislaus Poniatowski, de laatste koning van Polen, schepen, afgevaardigde naar de Admiraliteit van Zeeland, heer van Noordwijkerhout en de Zilk, suikerraffinadeur, burgemeester in 1782 en 1785, als patriot geremoveerd in 1787, en zijn moeder Hieromina Johanna Testart. Zijn voorvader Pieter van Hoorn, maakte in 1660 een reis naar Peking, bezocht de jonge keizer Kangxi en vertaalde in 1675 Confucius naar het Nederlands.

Pieter Theodorus van Hoorn (1774 – 1842) woonachtig Keizersgracht 577 (bij de Vijzelstraat) trouwde met zijn achternicht Bregitta Henrietta Constantia Pancras Clifford in Haarlem in 1796; zij is overleden op 4 mei 1804 in Amsterdam. Zij hadden drie dochters en drie zonen. In 1805 trouwde hij in Den Haag met Elisabeth Maria Smissaert, de dochter van een Utrechtse patriot, die in 1787 naar Antwerpen vluchtte vanwege majesteitsschennis. Van Hoorn was inmiddels verhuisd naar de Herengracht 566 bij de Utrechtsestraat. In 1813 behoorde hij bij de hoogstaangeslagenen van Amsterdam.
In 1843 kochten de Provinciale Staten het buiten Meerenberg van 26.021 gulden voor de stichting van een inrichting. Dit was mogelijk geworden omdat de bewoner, de heer Pieter Theodoor van Hoorn op 16 december 1842 was overleden. Zijn naaste buurman was de gedeputeerde Jan Pieter Teding van Berkhout, die mogelijk een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming.[Nieuwe Kaart van Haarlems Schoone Omstreken – 1836]

- https://www.buitenplaatseninnederland.nl/bloemendaal-meerenberg.html ↩
- https://archief.amsterdam/archief/5075/9185 ↩
- https://archief.amsterdam/archief/5075/10103 ↩
- https://nha.courant.nu/issue/HD/1948-08-19/edition/0/page/6?query= ↩
- Zaanse plantagenamen ↩
- J.P. van de Voort (1973) DE WESTINDISCHE PLANTAGES van 1720 tot 1795 ↩
- Verkoopakte Stadsarchief Amsterdam ↩
- Haarlems Dagblad 1948 ↩
- https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/3.02.04 ↩