Diese Firma, die neben Zwischenhandel auch Reederei-, Bank-, Börsen- und Versicherungsgeschäfte trieb, hatte 1794 einen Umsatz von über 13 000 000 Gulden aufzuweisen.3

Het kantoor was sedert 1796 gevestigd op Keizersgracht 495, dat behoorde bij het in dat jaar door hem aangekochte huis Herengracht 448. In 1798 werd hij eigenaar van de kapitale buitenplaats Bronstee in Heemstede en toen verkocht hij het tot dusverre door hem bewoonde Westermeer aldaar aan zijn compagnon Jean Jacques Faesch.


Wanneer de gastheer en diens zoon de volgende dag naar kantoor gaan, blijft Miranda achter met mevrouw Braunsberg en een vriendin van haar. Miranda heeft het met hen over de properheid die in Nederland binnenshuis heerst. Ze vertellen hem dat de taak van een dienstmeid louter en alleen bestaat in het schoonhouden van het huis. Elke dag in de week wordt een van de hoofdvertrekken van het huis gereinigd en vrijwel dagelijks krijgen de albasten panelen en het marmer in de hal ook een beurt. Eenmaal per jaar is er grote schoonmaak. Zowel de binnen- als buitenkant wordt dan met behulp van handpompjes van onder tot boven schoongemaakt. Na de conversatie neemt Miranda afscheid en bezoekt de villa die een andere kennis van hem, de bankmagnaat Hope, heeft laten neerzetten.
Faesch
Seiner erfolgreichen Amtstätigkeit hatte er es auch zu verdanken, daß er im Jahre 1740 bis 1759 zum «Directeur» (Gouverneur) der Insel Curaçao befördert wurde, wo ebenfalls ein Aufstand ausgebrochen war.8
Among them we find the two brothers Jean and Jean Jacques Faesch from Basle, nephews of the Governor Isaac Faesch. About 1760, they married the two sisters de Hoy, daughters and heiresses of the rich Dutch planter David de Hoy, and thus became the owners of several plantations in Surinam. One of those plantations called "Hoyland" remained the property of Jean Jacques Faesch and his heirs for nearly a century.8

Ook J.J.de Faesch heeft zich beziggehouden met het verzamelen van kunst, vooral schilderijen van Hollandse meesters. Hij was in 1808 wethouder in Amsterdam/Amstelland en kocht het Huis met de bloedvlekken {Amstel 216) van de familie Capadoce Pereira. In 1813 behoorde hij tot de 100 hoogst aangeslagenen. Jan Jacob de Faesch is op 13 april 1831 overleden te Parijs, waar zijn jongste zoon in een “etablissement voor onzinnige personen werd verpleegd”. 2
Plantage Marienburg, Obligationen auf die Plantagen Waterland in Palmeni- ribo und Surmombo in Surinam; Anteile an den Plantagen Beckenhorst, Egmont und Rhijnbeck, Obligationen auf die Plantage Patientia; Anteile an der Plantage Twijffelachtig; Obligationen auf die Plantage Mon trésor, Obligationen auf verschiedene Plantagen in Essequibo und Demerary, die Plantage Vriendschap auf Tobago und Obligationen auf die Dänischen Inseln.8
Bis zum Jahre 1800 ist derselbe Nachfolger seines Vaters als Associé des Hauses Braunsberg geblieben. Zu diesem Zeitpunkt gründete er jedoch eine eigene Firma unter dem Namen «J.J. de Faesch & Cie.», die zu Anfang des 19. Jahrhunderts eines der angesehensten Handelshäuser in Amsterdam war.8
Streckeisen
- I.H. van Eeghen (1975) Louis Splitgerber (1806-1879) in: Maandblad Amstelodamum ↩
- https://ilibrariana.wordpress.com/2018/03/23/de-geschiedenis-van-westermeer-in-heemstede-over-o-a-literatuur-gewijd-aan-de-hofstede-en-de-oprichting-van-een-zilversmelterij/ ↩
- Schweizer Tröpenkaufleute und Plantagenbesitzer in Niederländisch-Westindien
im 18. und zu Beginn des 19. Jahrhunderts. Von Walter Bodmer ↩ - https://www.persee.fr/doc/ehess_0079-4074_1964_mon_18_2 ↩
- https://ilibrariana.wordpress.com/2018/03/23/de-geschiedenis-van-westermeer-in-heemstede-over-o-a-literatuur-gewijd-aan-de-hofstede-en-de-oprichting-van-een-zilversmelterij/ ↩
- I.H. van Eeghen (1975) Louis Splitgerber (1806-1879) in: Maandblad Amstelodamum ↩
- https://www.dbnl.org/tekst/_doc003199301_01/_doc003199301_01_0005.php ↩
- Walter Bodmer (1946) Schweizer Tröpenkaufleute und Plantagenbesitzer in Niederländisch-Westindien im 18. und zu Beginn des 19. Jahrhunderts. ↩
- Walter Bodmer (1946) Schweizer Tröpenkaufleute und Plantagenbesitzer in Niederländisch-Westindien im 18. und zu Beginn des 19. Jahrhunderts. ↩
- https://ilibrariana.wordpress.com/2018/03/23/de-geschiedenis-van-westermeer-in-heemstede-over-o-a-literatuur-gewijd-aan-de-hofstede-en-de-oprichting-van-een-zilversmelterij/ ↩
- Walter Bodmer (1946) Schweizer Tröpenkaufleute und Plantagenbesitzer in Niederländisch-Westindien im 18. und zu Beginn des 19. Jahrhunderts. ↩
- Walter Bodmer (1946) Schweizer Tröpenkaufleute und Plantagenbesitzer in Niederländisch-Westindien im 18. und zu Beginn des 19. Jahrhunderts. ↩
- https://www.e-manuscripta.ch/name/view/4112319?max=30 ↩
- https://archives.bge-geneve.ch/archives/fonds/liotard_famille/view:124926 ↩