Robespierre en de slavernij: een genuanceerd beeld

Onlangs heb ik ChatGPT gevraagd twee secties uit het Wikipedia-artikel over Robespierre en zijn standpunt ten opzichte van slavernij met elkaar te vergelijken: de huidige versie van 14 juni 2025 en die van 5 mei 2021.

https://en.wikipedia.org/wiki/Maximilien_Robespierre#Abolition_of_slavery

Ik was vanaf het begin benieuwd wat er in de loop der jaren zou veranderen, en wat er van mijn toegevoegde details en referenties zou overblijven. Naar mijn idee heeft de Woke-beweging de afgelopen vier jaar zeker invloed gehad. Opvallend is dat het artikel kritischer is geworden over Robespierre dan de versie waaraan ik tot mei 2023 nog uitvoerig heb gewerkt.

ChatGPT beantwoordt met:

  • Eerste tekst (tekst 1): presenteert Robespierre als een principiële tegenstander van slavernij, met focus op zijn redevoeringen, politieke strijd en morele verontwaardiging. De toon is relatief positief.

  • Tweede tekst (tekst 2): stelt Robespierre’s houding ter discussie. Er wordt gesproken van “contradictions”, “doubts about his intentions”, en wordt verwezen naar historici die zijn voorzichtigheid of dubbele houding bekritiseren. De toon is kritischer en minder idealiserend.

  • Er is nog meer het vermelden waard maar laat dat voor het moment achterwege. ChatGPT kwam met de volgende m.i. krachtige samenvatting:

Robespierre en de slavernij: een historisch overzicht

Maximilien Robespierre speelde een zichtbare maar omstreden rol in het debat over slavernij tijdens de Franse Revolutie. Hoewel hij zich krachtig uitsprak tegen de slavenhandel en pleitte voor gelijke burgerrechten voor vrije mensen van kleur, maakte hij van de onmiddellijke afschaffing van de slavernij nooit een speerpunt van zijn politieke agenda. Zijn positie wordt vaak omschreven als moreel principieel maar politiek voorzichtig.

Vroege standpunten

Al op 13 mei 1791 sprak Robespierre zich in de Nationale Vergadering uit tegen het gebruik van het woord “slaven” in wetsteksten, omdat dit in strijd zou zijn met de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger. Twee dagen later werd een decreet aangenomen dat vrije mensen van kleur burgerrechten toekende. Robespierre verdedigde dit besluit fel tegenover het koloniale comité, dat grotendeels bestond uit plantage-eigenaren. Hij riep uit: “Mogen de koloniën vergaan!” toen men dreigde met afscheiding.

In september 1791 verzette hij zich opnieuw tegen het koloniale verzet en de invloed van het club Massiac. Historicus Henri Guillemin meldde dat Robespierre op dat moment werd uitgescholden en bedreigd door pro-slavernij afgevaardigden. Toch zweeg hij over de slavenopstand in Saint-Domingue, mogelijk omdat het revolutionaire debat over afschaffing toen stil lag.

In de schaduw van het beleid

In mei 1792 prees hij het decreet dat gelijke politieke rechten gaf aan vrije mensen van kleur in Saint-Domingue. In zijn tijdschrift Le Défenseur de la Constitution bedankte hij zelfs de Girondijnen voor hun rol daarin. Maar hij hield zich grotendeels afzijdig van de daadwerkelijke koloniale crisis en liet de uitvoering aan commissarissen zoals Sonthonax en Polverel. Die twee besloten, onafhankelijk van Parijs, tot de emancipatie van de slaven in de herfst van 1793, onder druk van militaire en sociale omstandigheden.

Een traag engagement

Op 3 juni 1793 woonde Robespierre een vergadering bij van de Jacobijnen waarin een verzoek tot afschaffing werd gesteund. De nieuwe Grondwet van 1793, waaraan hij actief meewerkte, bevatte echter geen expliciet verbod op slavernij. Pas op 4 februari 1794 werd de slavernij formeel afgeschaft door de Conventie. Robespierre ondertekende de decreten, maar zijn toespraak de dag erna noemde de koloniën niet bij naam. Sommige historici, zoals Claude Mazauric, zien hierin een bewuste strategie om politieke verdeeldheid te vermijden.

In april 1794 sprak hij in zijn rede Over eigendom over slavernij in bredere zin, in samenhang met lijfeigenschap en economische onderdrukking. Volgens Jean-Daniel Piquet past deze visie binnen een intellectuele continuïteit van revolutionaire rechtvaardigheid die teruggaat tot voor 1789.

Na zijn val

Na zijn val in juli 1794 beschuldigden thermidoriaanse tegenstanders als Courtois en Amar hem ervan dat hij het afschaffen van de slavernij slechts schoorvoetend had gesteund. Deze beschuldigingen vinden weinig steun in de hedendaagse historiografie. Gezaghebbende historici als Mazauric, Leuwers, Mathiez en Piquet zien Robespierre eerder als een weifelende maar uiteindelijk coherente voorvechter van burgerrechten, wiens stilzwijgen soms politiek gemotiveerd was, maar niet neerkomt op tegenstand.

Conclusie

Robespierres houding ten aanzien van de slavernij is geen voorbeeld van radicale consequentie, noch van hypocriete tegenwerking. Hij stond aan de kant van de gelijkheid, maar bewoog zich met behoedzaamheid in een politiek explosief dossier. De afschaffing van de slavernij in 1794 was niet alleen het resultaat van een decreet uit Parijs, maar ook van acties op het terrein, en van de inzet van vele minder bekende actoren. De verdienste van Robespierre ligt in zijn bijdrage aan een geleidelijk groeiend bewustzijn van universele rechten — zonder dat hij daarin de enige of de meest radicale stem was.

 

Loading

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *