Johann Friedrich von Salm-Grumbach (5 november 1743 – 11 september 1819) was een lid van het adellijke geslacht van de Wild- en Rijngraven uit de tak Salm-Grumbach. In het midden van de jaren 1780 diende hij als kolonel van het Salm-legioen van de Staten-Generaal der Nederlanden, en vervolgens van de Staten van Holland en West-Friesland.[2] Als beoogd opvolger van veldmaarschalk hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk-Wolfenbüttel, die in oktober 1784 de Nederlanden had verlaten, speelde hij tot medio september 1787 een belangrijke rol in het conflict tussen de patriotten en de orangisten.
Gesteund door de patriotten, die pleitten voor een representatieve vertegenwoordiging van de burgerij, nam hij in 1786 tijdelijk de functie op zich van feitelijk generaal en opperbevelhebber van de strijdkrachten in Holland; formeel was Albert van Rijssel aangesteld. Later voerde hij het bevel over verschillende vrijkorpsen in Utrecht, totdat de Pruisische inval in Holland in 1787 de positie van stadhouder Willem V van Oranje weer versterkte. Er kwam vooral kritiek op Salms militaire inschattingsvermogen na de overhaaste ontruiming van Utrecht; nadien werd hij vaak omschreven als een “stijlvolle mislukkeling”.
Rijngraaf en wildgraaf Frederik III van Salm-Grumbach was een indrukwekkende verschijning. Hij ging gekleed alsof hij op elk moment aan de strijd kon gaan deelnemen en had een zelfverzekerde manier van spreken. Hij had altijd laarzen met sporen aan en droeg zijn sabel openlijk. Hij had een wild kapsel en extravagante kleding.1
In diverse publicaties, geschreven in meerdere talen, is Johann Friedrich von Salm-Grumbach ten onrechte geïdentificeerd als Frederik III, prins van Salm-Kyrburg.[3][4][5] Deze verwarring berust op een misvatting bij H.T. Colenbrander en Pierre de Witt. Tijdgenoten zoals zijn voormalige adjudant Quint Ondaatje, de hertog, zijn biograaf August Ludwig Schlözer en generaal Von Pfau,[6][7][8] evenals veel andere Duitse historici, zijn daar duidelijk over.[9][10][11][12][13][14][15]
Ludwig Ernst, Herzog Zu Braunschweig Und Lüneburg, kaiserl. königl. und des h. Römischen Reichs FeldMarschall, Göttingen 1787, S. 615
https://play.google.com/books/reader?id=t0qsme7Zk2wC&pg=GBS.PA6&hl=en_GB Theodor Philipp von Pfau (1790) Geschichte des Preussischen Feldzuges in der Provinz Holland im Jahr 1787, S. 7–8