De Slag bij Smolensk (16–18 augustus 1812)

Aanloop naar Smolensk

De kans om het leger van Barclay de Tolly op 27 juli 1812 bij Vitebsk een beslissende nederlaag toe te brengen, ging verloren door een verkeerde inschatting van Napoleon. Hij verwachtte dat de Russische bevelhebber slag zou leveren, maar Barclay trok zich stilletjes terug. Op de ochtend van 28 juli was de vijand verdwenen zonder een spoor achter te laten. Daarmee verviel de mogelijkheid om de oorlog in één klap te beslissen; voortaan moest Napoleon strijden tegen het volledige Russische leger op eigen grondgebied.1

Volgens Adolphe Thiers telde de Franse hoofdmacht op dat moment circa 175.000 man — het grootste samengestelde leger dat Europa tot dan toe had gezien. Sinds de start van de veldtocht was Napoleon echter al meer dan een derde van zijn troepen kwijtgeraakt, vooral door ziekte en desertie. In augustus rukten meerdere korpsen (het 1e, 3e, 4e, 6e en 8e) op vanuit het zuiden (Mogilev) en het westen (Vitebsk), grotendeels zonder zware artillerie, om de opmars te versnellen? 2 

Het grootste deel van de stad, met toen zo’n 12.000 inwoners, lag op de helling van zuidelijke oever van de Dnjepr; de voorstad Petropavlovsk bevond zich op de noordelijke oever. Foto door Elena Minina, Smolensk

Napoleons manoeuvre via de linkeroever

Op 10 augustus raadpleegde Napoleon zijn ervaren maarschalk Louis-Nicolas Davout. Op diens advies koos hij voor een manoeuvre om Smolensk via de zuidelijke, linkeroever van de Dnjepr te benaderen. Generaal Baron Dedem van Gelder, destijds aanwezig bij de cavalerie onder Grouchy, beschreef hoe het Franse leger op 13 augustus langs de linkeroever bij Orsha, Dubrovna en Rassasna oprukte, en op 14 augustus de eerste slag bij Krasnoi won. Napoleon zelf overnachtte halverwege Liady en Krasnoi en vierde bij Korytnia zijn verjaardag langs de weg.3 

Smolensk in augustus 1812 door Albrecht Adam

Strategisch belang van Smolensk

Smolensk had sinds de middeleeuwen een sterke strategische positie. Tot de Eerste Poolse Deling (1772) lag de stad aan de westgrens van het Russische rijk als vooruitgeschoven bolwerk tegen Polen-Litouwen. Ook in 1812 was Smolensk van belang: gelegen op de zuidelijke oever van de Dnjepr bewaakte zij de doorgang naar het hart van Rusland; de rivier was hier slechts bij hoogwater bevaarbaar, en dan alleen voor kleine vaartuigen. De oude stad is op een stijle heuvel gebouwd en heeft een amfitheaterachtig karakter.4 

Het Kremlin van Smolensk was groter dan dat van Moskou en werd beschermd door een hoge vestingmuur met destijds 29 à 30 bastions en twee of drie stadspoorten. Aan de westzijde bevond zich een slecht onderhouden citadel (het “koninklijk bastion”), aan de zuidkant een droge gracht en een gedekte weg voor troepenverplaatsingen. Smolensk telde naar schatting 1.500 huizen, 16 kerken en 3 kloosters en beschikte over een gymnasium en een priesteropleiding.5 Aan de overkant van de houten brug op de noordelijke oever liep de hoofdweg van Warschau naar Moskou verder. De route naar het zuiden (Kharkiv en Poltava) en naar het noorden (Sint Peterburg) maakte de stad tot een belangrijk verkeersknooppunt.

File:Крепостная стена 1596-1602г.г. смоленского кремля.jpg
Het Kremlin van Smolensk met blik op de noordoever. De totale lengte van de stadsmuur was 6,5 km, met een hoogte van 13-19 meter en een breedte van 1,5 meter. 

16 augustus: Eerste confrontatie

In de ochtend van 16 augustus bereikten de korpsen van Murat en Ney rond acht uur Smolensk. Een eerste aanval van Ney op de citadel, ondersteund door een zwerm scherpschutters, werd afgeslagen. Aan Franse zijde vielen hierbij naar schatting 300 à 400 doden (ongeveer een half bataljon). Napoleon hoopte dat de Russen de stad zouden verlaten, maar het Russische detachement trok zich terug achter de stadsmuren, terwijl generaal Raevski in allerijl versterkingen liet opbouwen. 

Tegen tien uur arriveerde Bagration aan de noordelijke oever. Rond het middaguur kwam ook Napoleon, nadat hij die ochtend vanuit Korytnia was opgetrokken. De afstand van circa 18 km wijst op een ongewoon hoog marsritme voor een colonne met artillerie; mogelijk is (een deel van) de mars in de koelte van de nacht gemaakt, want het was midden augustus en bloedheet.

In de hoop de Russen tot een open veldslag te verleiden, gaf hij Poniatowski de opdracht bij de rivier een schijnbeweging maken en de twee bruggen te vernielen, maar Dochturov liet zich niet verleiden tot een veldslag. De meeste Russische troepen bevonden zich nog ten noorden van de stad en de zondag verliep zonder grote confrontatie; enkel wat schermutselingen tussen scherpschutters, bedoeld om de verdediging te verkennen en de vijand onder druk te zetten. Rond vier uur naderde het korps van maarschalk Davout

’s Avonds arriveerde Barclay de Tolly met zijn uitgeputte en gedemoraliseerde troepen. Tijdens een spoedberaad pleitte hij voor terugtrekking, uit vrees dat Napoleon via de linkerflank een omsingeling zou forceren. Bagration wilde juist de strijd aangaan, maar Barclay kreeg zijn zin. Hij droeg de verdediging over aan generaal Dokhturov, die Raevski afloste, en gaf de generaals Neverovski en Konovnitsyn opdracht de poorten en het bastion te verdedigen. De Fransen hadden tegen de avond stelling genomen onder de muren.6 

Tijdens het overleg over een mogelijk tegenoffensief wees generaal Yermolov op de gebrekkige structuur van Smolensk: “Een groot aantal troepen kon daar niet snel doorheen trekken, noch zich in slagorde opstellen zonder open ruimte voor zich — en dan nog onder vuur van de batterijen.” Volgens hem was een aanval binnen de stad niet haalbaar, en zelfs bij een noodzakelijke terugtocht zouden de moeilijkheden aanzienlijk groter worden. Hij stelde voor om, indien nodig, bruggen over de Dnjepr te bouwen onder dekking van batterijen aan de rechterflank, waar de tuinen en kloosters in de voorstad nog in Russische handen waren.

17 augustus: Franse aanval

Op maandagochtend versterkte Barclay de Tolly de garnizoensmacht tot circa 30.000 man, terwijl hij de rest van zijn leger op de rechteroever hield. Napoleon verwachtte een uitval en liet de Russen ongestoord hun stellingen versterken. Smolensk werd verdedigd door twee divisies onder Dokhturov, terwijl Barclay zelf de hoogtes op de rechteroever bezette en een tegenaanval overwoog. De Russische bevelhebbers besloten de stad vooralsnog te verdedigen en de aftocht uit te stellen. Op de hoogtes van de rechteroever werden sterke batterijen geplaatst ter ondersteuning van de verdediging.  

Napoleon stelde drie korpsen op — Davout, Ney en Poniatowski — in totaal circa 50.000 man, ondersteund door zware artillerie. Deze troepen lanceerden rond 13:00 een gecoördineerde aanval op Smolensk, waarbij Davout vanuit het zuiden de hoofdslag leverde. Ney viel aan vanuit het westen en Poniatowski vanuit het oosten. Napoleon spaarde in dit geval de Poolse troepen niet: zij droegen het zwaarste deel van de verliezen. De corpsen omsingelden de halve stad in één beweging… en een vreselijk vuur van kanonnen en geweren barstte los.

Napoleon hield de Garde en de divisie van Dessaix in reserve; laatstgenoemde verzette zich tegen de aanpak van Davout.7 Murat kreeg met zijn cavalerie tot taak de kozakken op afstand te houden. Junot werd met zijn korps langs de Dnjepr stroomopwaarts gestuurd, om de Russische rechterflank te omtrekken. Door een vergissing in de marsroute raakte zijn eenheid echter verdwaald, waardoor hij de volgende dag te laat en zonder effect op de strijd in actie kon komen.

Al na een uur kwam Dochturov tot het inzicht dat de stad niet te houden was. Bagration zette zijn aftocht in. Toen Napoleon hoorde dat Bagration zich terugtrok, haastte hij zich naar het het meest oostelijke bastion om de situatie met eigen ogen te beoordelen. In een gedurfde poging de Russische legers te scheiden, zocht hij naar een doorwaadbare plaats in de Dnjepr. Maar de rivier bleek onbegaanbaar — zelfs paarden verdronken. Gefrustreerd, maar vastbesloten om de Russen te dwingen tot een veldslag, beval hij een grootschalig bombardement op Smolensk.

Tegen zes uur liet Davout zijn kanonnen opstellen om een bres in de muren te forceren, maar de aanval rond zeven uur werd door de verdedigers afgeslagen.8 Daarna gaf Napoleon opdracht tot een grootschalige beschieting met brandgranaten, die de stad tot in de avond in lichterlaaie zette.5

Volgens Thiers kreeg de Franse artillerie het bevel om over de muren heen te vuren, direct op pleinen en straten. De stad veranderde langzaam in een vuurzee. Zamoyski noemt het schouwspel van die avond een ‘hels tafereel’.10 De Zuid-Nederlandse generaal Dumonceau verklaarde dat de Russen zelf de stad in brand hadden gestoken bij hun aftocht — een lezing die ook Thiers bevestigt.11

Deze verklaringen sluiten elkaar niet uit: waarschijnlijk versterkten artillerievuur en opzettelijke brandstichting elkaar. In een overwegend houten stad kon elk artillerievuur brand veroorzaken, of dat nu de bedoeling was of niet. Volgens Jomini had “de brand, waarvan het moeilijk was de oorzaak aan te wijzen, de helft (van de stad) verwoest.”

Battle Maps: The Battle of Smolensk
De rechteroever van de Dnjepr is hoger dan de zuidzijde, waar het Smolensk Kremlin op een plateau ligt. De noordelijke heuvels boden vrij uitzicht over de stad en vormden een logische plek voor observatieposten en een Russisch hoofdkwartier.

Kritiek van een Nederlandse generaal

Generaal Dedem van Gelder beschreef hoe het Franse leger zich ten zuiden van Smolensk opstelde. Er volgde een hevig artillerieduel met het Russische leger in de oude stad. In zijn memoires uitte hij felle kritiek:

“De 17e augustus heeft veel mensenlevens gekost, en ongetwijfeld zijn er die dag enkele duizenden mannen volstrekt zinloos de dood ingejaagd; want al vanaf vier uur ’s middags waren er tekenen dat de vijand zich gereedmaakte om de stad in brand te steken en te verlaten, ook al werd er nog verbeten gevochten.”12

 

File:Battle of Smolensk 1812.png
Blik op de brandende voorsteden, de rivier en Smolensk op de linkeroever met Napoleon en Poniatowski op de voorgrond.13

18 augustus: Intocht in een brandende stad

In de nacht trokken de Russische troepen weg: het 1e leger via Poretsje in noordelijke richting; Dochturov slaagde erin Smolensk te ontruimen en de brug te vernietigen.

Davout wilde nog een aanval wagen via een zwakke plek in de muur, de zogenaamde brèche Sigismonde, bij de citadel gelegen. Twee onderofficieren waagde zich in de vroege ochtend tot aan de muur en beklommen deze in stilte. Zij ontdekten dat de bres niet meer werd verdedigd. Bij zonsopkomst betraden Poolse troepen en Friants divisie Smolensk. Ze namen bezit van wat resteerde van de stad — een rokende ruïne.

Smolensk op 18 augustus 1812 door Albrecht Adam

In twee dagen verloren naar schatting 20.000 man het leven.14 15 In ruil daarvoor kregen de Fransen een stad vol smeulende puinhopen, lijken, bloed en verpeste lucht; zo’n 200 kanonnen — maar geen voedsel of voorraden. Winkels en kelders waren leeggeroofd, al vonden de soldaten wel grote hoeveelheden appels en ander fruit; Dedem van Gelder at zelfs een perzik en een ananas, maar schreef dat hij liever soep had gehad.16 Franse officieren verboden plundering van kerken en probeerden de orde enigszins te bewaren.

Tegen de avond van de 18e werden onder artilleriebescherming de brug over de Dnjepr hersteld. De volgende dag konden Napoleon en zijn hoofdkwartier de oversteek maken naar de noordoever. 

19 augustus: intree Napoleon

Op 19 augustus deed Napoleon zijn formele intrede in Smolensk. Tegelijkertijd hield generaal baron De Korf stand met een achterhoede in de noordelijke voorstad op de rechteroever van de Dnjepr. Hij leverde die dag een vuurgevecht met Franse bataljons die de afgebrande Petersburgse voorstad bezetten.  

File:Battle of Smolensk on 18 August 1812.jpg
Blik op Smolensk vanuit het noorden (?) door Albrecht Adam (1786–1862)

Yermolov beschreef hoe, onder dekking van hun batterijen, Franse troepen plotseling de brug overstaken en op de heuvel bij een batterij verschenen: “De batterij verwachtte hen niet en was niet voorbereid op verzet.” Luitenant-generaal Konovnitsyn liet onmiddellijk de bajonet trekken; de vijand werd verdreven, en tijdens de achtervolging verdronken velen van hen. 

Jacob Walter, een Württemberger in het korps van generaal Von Lobau, bevestigt dat zijn eenheid de Dnjepr stroomafwaarts overstak en de voorstad in het noorden aanviel. Zijn verslag laat zien hoe chaotisch en gewelddadig deze gevechten waren: “Ik wist niet of ik me voor, middenin of achter het centrum van het leger bevond.”17
Smolensk vanuit het noorden op 19 augustus 1812 door Albrecht Adam

Hun aftocht met hun artillerie door de nauwe straten en mogelijk enige poort in het noorden beschreven zowel Yermolov en Jomini als moeizaam, want er was  veel te weinig ruimte op de oever om zich te formeren om vervolgens de brug over te steken. De Russen staken niet alleen de brug, maar ook de houten buitenwijk in brand. Daarbij kwamen meer dan duizend gewonde Russische soldaten om die zich daar nog ophielden. Franse militairen probeerden te blussen, maar pas op 19 augustus was het vuur uitgedoofd.18 Jomini schreef: “Een brand, waarvan het moeilijk was de oorzaak aan te wijzen, had de helft (van de stad) verwoest.” De Russische priester Murzakevitsj vermeldt dat slechts een derde van de stad was verwoest.19 De historicus Van Kampen, die zich bizonder interesseerde voor de veldtocht in het jaar 1812 en allerlei geografische details verzamelde uit Duitse en Russische literatuur, vermeldde dat er nog maar 459 huizen overeind stonden.20 Vijftien stenen gebouwen die het vuur hadden doorstaan, werden ingericht als veldhospitalen. De voorraden waren beperkt: hemden moesten worden verscheurd tot verband, en chirurg Dominique-Jean Larrey gebruikte zelfs perkament en papier uit het staatsarchief om te stalken en wonden te verbinden.

Voorlopige conclusie

Voor de oorlog telde Smolensk naar schatting 12.000 inwoners. Na de slag bleven minder dan duizend burgers over, vooral ouderen en kinderen, die zich in de kathedraal onder bescherming van de priester hadden verscholen.19

Over het exacte aantal slachtoffers bestaat onduidelijkheid, minstens 9 of 10.000 waren buiten gevecht gesteld. Het kunnen er ook 12 of 14.000 zijn geweest. De officiële Franse bulletins onderschatten de verliezen sterk. Zowel Zamoyski als Thiers geven toe dat de cijfers in die bulletins zijn afgezwakt. Buturlin sprak van 14.000 verliezen aan Franse zijde; de Russen verloren volgens hem 6.000 man.

De Franse arts Louis Guillaume Puybusque — die zich drie maanden later aan de Russen zou overgeven — beschreef de erbarmelijke toestand in Smolensk. De Poolse regimenten hadden zwaar geleden bij de aanval, en in de stad werd hij geplaagd door muskieten, ondraaglijke stank en scherpe temperatuurverschillen tussen dag en nacht. De veekudde die het leger volgde — mogelijk afkomstig uit Litouwen — was achterop geraakt. Het beschuit, gemaakt van slecht gemalen roggebrood, was zwaar te verteren. Volgens hem had zelfs Robinson Crusoe het beter getroffen op zijn eiland. Al het gevonden voedsel werd onmiddellijk doorgestuurd naar het leger, en hij concludeerde aan het slot van zijn relaas dat het een grote fout was geweest deze veldtocht te beginnen.22 Ook Jomini verklaarde: De aanval op Smolensk was ondoordacht en leverde weinig op.

Over de brand en verwoesting van Smolensk doen uiteenlopende verslagen de ronde. Meerdere bronnen melden dat de brand werd aangestoken door Franse artillerie, bommen en granaten. Anderen — onder wie Dumonceau, Dedem van Gelder en de Franse historicus Thiers — stellen dat de Russen zelf de stad in brand staken bij hun aftocht, om haar niet in Franse handen te laten vallen. Caulaincourt merkte op dat het arsenaal desondanks gespaard was gebleven. Volgens een Franse officier heerste er een doodse stilte nadat Smolensk was leeggeplunderd. Het was een overwinning die even kostbaar was als een nederlaag; de Russische terugtocht daarentegen was met beleid en eer uitgevoerd.

Op 21 augustus keerde de rust weer enigszins terug. De overgebleven bewoners keerden terug naar hun huizen — of wat daarvan nog overeind stond. Eind augustus brak er een dysenterie-epidemie uit, veroorzaakt door rottende lijken en het gebrek aan schoon water. Het aantal doden nam zelfs met de dag toe.

33e RLI in Smolensk

Op 21 augustus 1812 schreef de keizer vanuit Smolensk aan Berthier: “Ik keur goed dat de twee bataljons van het 33e halt houden, één bataljon in Orsha en één in Dubrowna, om het garnizoen van deze twee plaatsen te vormen, totdat de situatie aan deze zijde volledig bekend is”.23 Twee dagen later volgde het bevel: “Geef de twee bataljons van het 33e, die zich in Orsha bevinden, bevel om naar Smolensk te gaan”.24 De volgende dag herhaalde hij het bevel aan maarschalk Davout.25 Dat was drie of vier dagen lopen.

Op 30 of 31 augustus werden twee bataljons van het 33e régiment d’infanterie légère in Smolensk gestationeerd. Zij werden vooral ingezet voor politietaken.26 De stad stond inmiddels onder bevel van generaal Joseph Barbanègre, die was aangesteld als militaire commandant en ook leiding had over de Hollandse troepen. De intendant was Armand Levasseur de Villeblanche; daarnaast werd Pierre Beyle, beter bekend als Stendhal, als functionaris aangesteld. Het 2e en 3e bataljon bleven tot medio oktober in Smolensk en werden toen afgelost door het 1e en 4e bataljon.

  1. “Mémoires pour servir à l’histoire de la guerre entre la France et la Russie en 1812” van général G. de Vaudoncourt (London, 1815)
  2. A. Thiers (1878) Geschiedenis van het Consulaat en het Keizerrijk, hoofdstuk 26
  3. Militaire Spectator 1848
  4. N.G. van Kampen (1838) Europisch Rusland en deszelfs bewoners (Met Wallachije en Moldavië), volgens de nieuwste ontdekkingen. Een werk ter bevordering van landen en volken en van derzelver voortbrengselen en handel, p. 48
  5. J.E. Wörl & F. von Durrich (1857)
  6. Buturlin (1824) Histoire Militaire de la Campagne en 1812, p. 260
  7. Dessaix, p. 245
  8. Buturlin, p. 267
  9. J.E. Wörl & F. von Durrich (1857)
  10. Zamoyski, p. 205
  11. Oosterbeek, p. 72; Thiers, hoofdstuk 26
  12. Un général hollandais sous le premier empire. Mémoires du général Bon de Dedem de Gelder, l774-1825
  13. Jean‑Charles Langlois (1789–1870), voormalig kolonel en schilder, vervaardigde in 1839 een panoramisch schilderij van de Slag bij Smolensk. Hij was echter zelf geen deelnemer aan de veldtocht van 1812; zijn werk is een latere artistieke reconstructie, gebaseerd op secundaire bronnen en militaire verbeelding.
  14. Schlösser, Geschiedenis der 18e eeuw en van de 19e tot de val van Napoleon, deel X
  15. Buturlin, p. 268
  16. Dedem van Gelder, p. 232
  17. J. Walter (1938) A German Conscript With Napoleon
  18. G. de Vaudoncourt (London, 1815) “Mémoires pour servir à l’histoire de la guerre entre la France et la Russie en 1812”
  19. https://www.smolensk1812.ru/history/murzakevich_i_n/
  20. N.G. van Kampen (1838) Europisch Rusland en deszelfs bewoners (Met Wallachije en Moldavië), volgens de nieuwste ontdekkingen. Een werk ter bevordering van landen en volken en van derzelver voortbrengselen en handel, p. 280
  21. https://www.smolensk1812.ru/history/murzakevich_i_n/
  22. Puybusque, Louis Guillaume (1816) Lettres sur la guerre de Russie en 1812 ; sur la ville de Saint-Pétersbourg, les moeurs et les usages des habitants de la Russie et de la Pologne, p. 39-63
  23. Chuquet A. Ordres et apostilles de Napoléon, 1799-1815″, Parijs, 1911, t.2, brief 2356
  24. Ibidem, brief 2369
  25. AU MARÉCHAL DAVOUT, COMMANDANT LE 1ER CORPS DE LA GRANDE ARMÉE
  26. Saint-Hilaire (1848) Histoire de la campagne de Russie, deel II, p. 338

Loading

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *