De naam ACHENBACH komt zowel voor als achternaam als als plaatsnaam. In het jaar 1515 wordt de plaats ACHENBACH genoemd als behorend tot zowel Siegen, Westfalen, Hessen (Duitsland), als tot de groep dorpen bekend als Biedenkopfals in de voormalige provincie Hessen-Nassau, Duitsland.1
In 2007 bestaan er twee plaatsen in Duitsland met de naam ACHENBACH. Nabij Siegen ligt een klein dal; het riviertje dat door dit dal stroomt heet ACHENBACH, en de nabijgelegen boerderij draagt eveneens die naam. De eigenaars van deze boerderij in de middeleeuwen, Duitse edelen, droegen de naam “Von Achenbach”, en de bewoners van de boerderij – de pachters en boeren – werden Achenbach genoemd, ongeacht hun werkelijke achternaam. Toen sommigen van hen zich in nabijgelegen plaatsen vestigden, behielden ze de naam Achenbach. Ook al waren ze onderling niet verwant, worden zij toch beschouwd als grondleggers (of voortzetters) van de echte Achenbach-familielijn.1
Hij zou geboren kunnen zijn Achenbach, Ferndorf of Heisberg, in of nabij Siegen, en in 1751 volgens deze webpagina: https://www.janmolenweg.nl/g/208341.html

Als hij familie was van Bernard Philip Achenbach, dan was zijn vader dorpspredikant, afkomstig uit Nassau-Dillenburg. Omdat er in Amsterdam ook nog een Albert Philip Achenbach woonde, afkomstig uit Nassau-Dietz, die een testament liet opmaken waarin bovengenoemde personen niet voorkomen, lijkt dat niet het geval.
Biografie
Het defensiewezen van Bolsward bestond uit de vroedschapsleden … en afgevaardigden uit de vrijwillige schutterij: Jan Boltjes, Tjaard Kingma, Hendrik Christiaan Achenbach en Wopko Cnoop. Misschien dat de “achterlijke staat van de stadslasten” Achenbach heeft doen besluiten de vroedschap te verzoeken om op eigen kosten oud lood tot kogels te mogen omsmelten?
Half augustus 1787 kwam het tot een politieke rel in de Friese Staten, nadat die verbood steun aan Holland te verlenen (het gewest Holland werd bedreigd met een bezetting door een Pruisisch leger, omdat het geen verontschuldigingen wilde aanbieden na de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen). Met een tiental medestanders zetelde Van Beyma zich een week later in Franeker en beraamde een coup.

Op 1 oktober zijn Cnoop en Achenbach als eersten met de nachtschuit naar Leeuwarden getransporteerd. Achenbach kreeg enkele weken later de “aandoenlijke mededeling” dat bij de geboorte van een tweeling zijn vrouw en een maand later een kind overleden. De stemming werd er niet beter op toen justitie bekend maakte dat functies in de vrijwillige schutterij en bij het Defensiewezen reden waren om niet in aanmerking te komen voor amnestie. Iedere ochtend werd een psalm gezongen. Het lijkt mij dat Achenbach die als voorzanger over een uitgebreid repertoire beschikte, de leiding had.
Van de dertien officieren en onder-officieren, die in september 1787 deel uitmaakten van de vrijwillige schutterij, is een zevental veroordeeld. Cornelis van der Burg werd in mei 1789 ter dood veroordeeld, maar op de dag van executie, knielend op het schavot, vrijgelaten. Hij kreeg te horen dat hij voor twintig jaar uit Friesland werd verbannen en drie dagen de tijd had om zijn biezen te pakken. De laatste gevangene die werd vrijgelaten uit het Blokhuis in Leeuwarden was Hendrik Christiaan Achenbach, gehaat “vanwege zijn bedaarde krijgskunde”.
Net als Cnoop vertrok ook Achenbach naar Amsterdam. In 1794 trouwde hij aldaar met Trijntje Salverda uit Bolsward, beiden Remonstrants. In 1795 werd hij aangesteld als commies (tabelmaker) bij de Generale Directie der Middelen te water, een onderdeel van het Zeewezen; Quint Ondaatje was zijn superieur. Hij woonde vervolgens in de Haarlemmerstraat, en op de Palmgracht in de Jordaan, waar hij in november 1810 overleed.6 Het kan zijn dat hij in het voormalig Stadssalpeterhuis, aan het einde van de Palmgracht, noordzijde, woonde, maar dat is nog niet uitgezocht. Achenbach werd op 13 november 1810 begraven vanaf de Palmgracht op het nabijgelegen Karthuizerkerkhof.

Zijn zoon Jan Achenbach, klerk, trouwde in Den Haag met een dochter van bekende patriot J.C. Hespe uit Amsterdam, en als schoonmoeder Christina Hoevenaar, eveneens uit een patriotse, maar ook adellijke familie. Zij was geboren in Duinkerken en had als stiefvader Quint Ondaatje uit Utrecht. Hun dochter was Christina Petronella, een bekende contra-alt in haar tijd.7
- https://pagenweb.org/~berks/oldberkssite/familyfolder/Achenbach.html ↩
- https://pagenweb.org/~berks/oldberkssite/familyfolder/Achenbach.html ↩
- Begraafboek stadsarchief Amsterdam ↩
- Gemeentearchief Bolsward, inv. nr 85: op 23 december 1784. ↩
- Ridder, L. De (1981) Het onderwijs: zijn tijd vooruit. Doctoraalscriptie Sociale Academie. ’s-Gravenhage, p. 162, 187. ↩
- GAA, DTB inv. nrs 760, f. 392 en 1184, f. 135v. ↩
- Christina Petronella Achenbach ↩