Hendrik Christiaan Achenbach (1751-1810)

De naam ACHENBACH komt zowel voor als achternaam als als plaatsnaam. In het jaar 1515 wordt de plaats ACHENBACH genoemd als behorend tot zowel Siegen, Westfalen, Hessen (Duitsland), als tot de groep dorpen bekend als Biedenkopfals in de voormalige provincie Hessen-Nassau, Duitsland.1

In 2007 bestaan er twee plaatsen in Duitsland met de naam ACHENBACH. Nabij Siegen ligt een klein dal; het riviertje dat door dit dal stroomt heet ACHENBACH, en de nabijgelegen boerderij draagt eveneens die naam. De eigenaars van deze boerderij in de middeleeuwen, Duitse edelen, droegen de naam “Von Achenbach”, en de bewoners van de boerderij – de pachters en boeren – werden Achenbach genoemd, ongeacht hun werkelijke achternaam. Toen sommigen van hen zich in nabijgelegen plaatsen vestigden, behielden ze de naam Achenbach. Ook al waren ze onderling niet verwant, worden zij toch beschouwd als grondleggers (of voortzetters) van de echte Achenbach-familielijn.1

Hij zou geboren kunnen zijn Achenbach, Ferndorf of Heisberg, in of nabij Siegen, en in 1751 volgens deze webpagina: https://www.janmolenweg.nl/g/208341.html

Achenbach en Ondaatje werkten bij het Zeerecht, prent door Jan de Beijer

Als hij familie was van Bernard Philip Achenbach, dan was zijn vader dorpspredikant, afkomstig uit Nassau-Dillenburg. Omdat er in Amsterdam ook nog een Albert Philip Achenbach woonde, afkomstig uit Nassau-Dietz,  die een testament liet opmaken waarin bovengenoemde personen niet voorkomen, lijkt dat niet het geval.

De trouwakte in het Amsterdamse Stadsarchief vermeld wel waar hij woonde, namelijk in de Warmoesstraat, niet ver van het Zeerecht, maar niet zijn leeftijd, omdat hij hertrouwde?3 Zijn geboortedorp is niet duidelijk te lezen, maar bevat “A.elder”, dan zou het nog Afholderbach kunnen zijn.

Biografie

Voor zijn komst naar Bolsward woonde hij in Sluis, Leeuwarden en Harlingen en lijkt deel te hebben uitgemaakt van een Hessisch regiment. In 1780 maakten ruim 800 Duitsers deel uit van het Staatse leger.
 
De uit Kreis Siegen afkomstige Hendrik Christiaan Achenbach, is in 1783 als schoolmeester aangesteld, en in 1785 als exer­citie­meester van het Genootschap in de Wapenhandel.4 Dat was geen vrijcorps en ook geen exercitiegenootschap, maar dat is heel lastig uit te leggen. Wopko Cnoop en H.C. Achenbach, die de voor­lopige organisatie op zich genomen hadden, deelden op 9 juli 1785 aan alle leden wapens uit. 
 
Op 2 september 1786 vroeg Achenbach, adjudant in de “vrijwillige schutterij”, zijn ontslag als school­meester. Hij wilde na vier jaar privé-onderwijs gaan geven. Op 16 juni 1787 stond een advertentie in de Leeuwarder Courant dat het boek “De grondlegging van Neerlands Republiek” van de ultra-orthodoxe predikant J. Barueth bij Achenbach in Bolsward te koop was. Hij zou daarmee beoogd kunnen hebben zijn inkomsten te verbeteren. Bovendien zou hij zijn geschiktheid als koster en privé-onderwijzer kunnen bevorderen door in de krant kenbaar te maken dat hij op de hoogte was van rechtzinnig godsdienstonder­wijs.
 

File:Vaart huizen en kerktoren gezien vanuit het westen - Bolsward - 20325645 - RCE.jpg

 
Achenbach sollici­teerde bovendien naar de functie als koster en voor­zanger in de Martinikerk. De combinatie van de functies schoolmeester/koster kwam veel voor. Zo’n combinatie gaf de mogelijkheid niet afgebrande kaarsen uit de kerk te gebruiken voor school. Ook privé-onderwijs werd steeds vaker toegestaan om het karige traktement te verbeteren.5
 
Op 25 september 1786 stemde Van Beyma tegen inperking van de vrijcorpsen, exercitiegenootschappen en vrijwillige schutterijen[11] nadat Daendels in Hattem tevergeefs had geprobeerd het stadje tegen de stadhouderlijke troepen te verdedigen. Er dreigde een burgeroorlog en de bevolking raakte steeds meer verdeeld.
 

Het defensiewezen van Bolsward bestond uit de vroed­schaps­­leden … en afgevaardigden uit de vrijwillige schut­terij: Jan Bol­tjes, Tjaard Kingma, Hendrik Christiaan Achenbach en Wopko Cnoop. Misschien dat de “achterlijke staat van de stadslasten” Achenbach heeft doen besluiten de vroedschap te verzoeken om op eigen kosten oud lood tot kogels te mogen omsmelten?

Half augustus 1787 kwam het tot een politieke rel in de Friese Staten, nadat die verbood steun aan Holland te verlenen (het gewest Holland werd bedreigd met een bezetting door een Pruisisch leger, omdat het geen verontschuldigingen wilde aanbieden na de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen). Met een tiental medestanders zetelde Van Beyma zich een week later in Franeker en beraamde een coup. 

Bildergebnis für janspoort bolsward

Achenbach kreeg op 3 september 1787 opdracht nieuwe batterijen op de omwalling uit te meten. Op 10 september trokkenJan Boltjes, Tjaard Kingma en Willem Lycklema à Nyeholt in vol ornaat, met hoed, sjerp, stok en degen, naar het huis van Westerbaan op de Dijkstraat.  Ze kwamen onderweg Achenbach tegen. Hij ging mee om de verklaring te schrijven die dan door burgemeester Westerbaan zou moeten worden getekend. Westerbaan beloofde plechtig de belastingopbrengst aan niemand anders dan de (Pretense) Staten te Franeker of Court Lambertus van Beyma af te geven.
 
Op 11 september kwam ook het omvangrijke werk aan de nieuwe batterijen op de omwal­ling ten einde. De stadspoorten werden gesloten, zonder toestemming kon niemand Bolsward uit of erin. Op zaterdag 22 september nam de wanhoop bij de exercitiegenootschappen in Friesland toe. De exercitiegenoot­schappen kregen van de Staten van Friesland acht dagen de tijd hun wa­pens in te leveren. Op 29 september werden de gevangenen in staat van beschul­diging gesteld. 
 
Blokhuis in Leeuwarden

Op 1 oktober zijn Cnoop en Achenbach als eersten met de nachtschuit naar Leeuwarden getrans­por­teerd. Achenbach kreeg enkele weken later de “aandoen­lijke medede­ling” dat bij de geboorte van een tweeling zijn vrouw en een maand later een kind overle­den. De stemming werd er niet beter op toen justitie bekend maakte dat functies in de vrijwillige schutterij en bij het Defen­siewezen reden waren om niet in aanmerking te komen voor amnestie. Iedere ochtend werd een psalm gezongen. Het lijkt mij dat Achenbach die als voorzanger over een uitgebreid repertoire beschikte, de leiding had.

Van de dertien officieren en onder-officieren, die in september 1787 deel uitmaakten van de vrij­willige schutterij, is een zevental veroordeeld. Cornelis van der Burg werd in mei 1789 ter dood veroordeeld, maar op de dag van executie, knielend op het schavot, vrijgelaten. Hij kreeg te horen dat hij voor twintig jaar uit Friesland werd verban­nen en drie dagen de tijd had om zijn biezen te pakken. De laatste gevangene die werd vrijgelaten uit het Blokhuis in Leeuwarden was Hendrik Christiaan Achen­bach, gehaat “vanwege zijn bedaarde krijgskunde”.

Net als Cnoop vertrok ook Achenbach naar Amsterdam. In 1794 trouwde hij aldaar met Trijntje Salverda uit Bolsward, beiden Remonstrants. In 1795 werd hij aangesteld als commies (tabelmaker) bij de Generale Directie der Middelen te water, een onderdeel van het Zeewezen; Quint Ondaatje was zijn superieur. Hij woonde vervolgens in de Haarlemmerstraat, en op de Palmgracht in de Jordaan, waar hij in november 1810 overleed.6 Het kan zijn dat hij in het voormalig Stadssalpeterhuis, aan het einde van de Palmgracht, noordzijde, woonde, maar dat is nog niet uitgezocht. Achenbach werd op 13 november 1810 begraven vanaf de Palmgracht op het nabijgelegen Karthuizerkerkhof. 

File:Gerrit Lamberts (1776-1850), Afb 010097002031.jpg
het Stads Salpeter Raffineerhuis met ingang op de Lijnbaansgracht door Gerrit Lamberts (1816)

Zijn zoon Jan Achenbach, klerk, trouwde in Den Haag met een dochter van bekende patriot J.C. Hespe uit Amsterdam, en als schoonmoeder Christina Hoevenaar, eveneens uit een patriotse, maar ook adellijke familie. Zij was geboren in Duinkerken en had als stiefvader Quint Ondaatje uit Utrecht. Hun dochter was Christina Petronella, een bekende contra-alt in haar tijd.7 

  1. https://pagenweb.org/~berks/oldberkssite/familyfolder/Achenbach.html
  2. https://pagenweb.org/~berks/oldberkssite/familyfolder/Achenbach.html
  3. Begraafboek stadsarchief Amsterdam
  4. Gemeentearchief Bolsward, inv. nr 85: op  23 december 1784.
  5. Ridder, L. De (1981) Het onderwijs: zijn tijd vooruit. Doctoraalscriptie Sociale Academie. ’s-Gravenhage, p. 162, 187.
  6. GAA, DTB inv. nrs 760, f. 392 en 1184, f. 135v.
  7. Christina Petronella Achenbach

Loading

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *