Singel 319

Het onderhavige pand ligt op de hoek van de Singel en ten noorden van de Raamsteeg, aangelegd rond 1500, dwars door de Ramen. Op het terrein tussen de Spuistraat en het Singel stonden aanvankelijk ramen, waarop de lakens werden gedroogd. De grond van de steeg behoorde tot 1532 tot het St. Luciënklooster, nu onderdeel van het Amsterdam Museum. In 1578 is al het kerkelijk bezit onteigend en kreeg een stedelijke bestemming.

cartografie-vogelvlucht-groot-lboven
AMSTERDAM NAAR DE HOUTSNEE-PLATTEGROND VAN CORNELIS ANTHONISZ. 1544

Op 1 augustus 1616  is de Appelmarkt verplaatst van de NZ. Voorburgwal naar de oostzijde van den Singel tussen Hei- en Raamsteeg. Tot 1895 is daar Appelmarkt gehouden.

De eigenaren in de 17e en 18e eeuw

De registers op de Verponding van de 8e penning maken duidelijk dat een aantal van de panden op dit deel van het Singel tussen 1640 en 1650 zijn “voltooid”. Wat zich daarvoor heeft afgespeeld, nadat het klooster werd opgeheven, is niet duidelijk. Op de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode is op de hoek van het Singel en de Raamsteeg een groot gebouw te zien met binnenterrein.1 Het gebruik en de bestemming is vooralsnog niet duidelijk. Omdat het Burgerweeshuis rond 1630 werd verbouwd zou het langgerekte pand aan het Singel tijdelijk als onderdak kunnen hebben gediend. De auteur van het artikel over de verbouwing van Raamsteeg 6 door stadsherstel gaat uit van een bedrijfspand. Dat artikel is voorzien van een aantal interessante kaartjes, maar op het naastliggende Singel 319 wordt niet ingegaan.2

Jan Willemsz

Rond 1600 woonde er mogelijk een leertouwer, genaamd Jan Willemsz, die gebruik maakte voor zijn werkzaamheden van het water in het Singel. Tot 1629 woonde er een bakker, genaamd Jan Minnesz.

Cornelis Jansz Karsseboom

Cornelis Jansse (Karsseboom), huistimmerman kocht het pand op 9 december 1641 van Jan Gelijns, Regent van het Huiszittenhuis O.Z.  voor 1. 600 gulden.3 4 Vermoedelijk heeft hij geld geleend, want voor een losrentebrief betaalde hij 80 gulden per jaar aan de Huiszittenmeesters.5 In 1657 kreeg hij uitstel van betaling. Het pand werd ook bewoond door Jan Jacobsz; en vanaf …. door Hans Jacobsz. Bij zijn overlijden voor januari 1668 was nog niet alles afbetaald.  Cornelis Jansz is geen prettige naam om uit te zoeken want zijn voornaam en patroniem zijn te algemeen. Ook met wie hij was getrouwd blijft in het duister. De schuitevoerder Christiaan Michielsz de Hamer werd voogd over zijn tante, de “innocente” dochter van Cornelis Jansz Karsseboom, als Jaepie bekend staand.

Frans Jansz

Op 21 augustus 1668 kocht Frans Jansz, slager en spekkoper, afkomstig uit Schermerhorn, 2/3 van het pand “waar de Kersenboom uithing” met (een gang naar) het plaatsje daarachter van de erfgenamen van Cornelis Janse (vermoedelijk Singel 317).6 Frans Jansz was in 1658 getrouwd met Susanneke Jans en woonde toen op het Singel. De erfgenamen verkochten de spekslagerswinkel in 1690 aan Jan Gerritsz Kuijck, aanvankelijk schipper, later spekkoper, echtgenoot Geertruijd Fransz of Broerse (1662-), dochter van Frans Jansz. Zij was woonachtig op het “Zingel” toen zij trouwde in 1681 met Kuyck.7

Pieter Dircksz Caegman was tussen 1680 en 1699 huurder van het pand.

Neeltje Theunis

Neeltje Theunis (1618?-1704) afkomstig van de Appelmarkt, 29 jaar oud, was in 1647 getrouwd met Michiel Christiaansz de Hamer (-1699), een zeilmaker. De familie De Hamer was katholiek. De schuitevoerder Cornelis Jansz. Carsseboom, enige erfgenaam van zijn tante Jaepie Cornelis Karseboom, verkocht op 15 februari 1691 aan Neeltje Theunis, weduwe van Christiaan Michielsz schuitenvoerder, 1/6 van twee woningen onder een dak.8

Steven Verrijk, kleermaker, was in 1676 getrouwd met Lysbeth Segers. Hij verkocht in 1694 een kwart van twee panden voor 1.500 gulden aan Marritje van Egmond.9 Zij was de boedelhoudster van Pieter Voorhout en was getrouwd met Christiaan Michielsz de Hamer. Zij werd op 6 april 1699 eigenaar van een kwart van twee woningen.

Christiaan M. de Hamer

Haar zoon Christiaan M. de Hamer, schuitenvoerder, trouwde in 1704 Marritje Simons van Elsgeest (-1729). Zij hadden minstens vier kinderen: Teunis, Simon, Michiel en Anthony. Haar testament (niet te lezen, vanwege brandschade) dateert van 22 september 1729, not. Leonard Noblet. Een week later werd zij begraven vanuit het pand op de Singel.

Simon de Hamer

Simon de Hamer was 1719 getrouwd met Geertruid van der Elst, een weduwe. Hij bezat minstens tien panden in de stad, waarvan vier in de St Annenstraat. Hij kocht samen met zijn broer Anthonie voor 3.400 gulden 6/8 en 1/8 van twee woningen onder een dak van de erfgenamen van de zusters Lysbeth en Neeltje Theunis.10 Het pand aan het Singel werd afgebroken en opnieuw opgetrokken tussen 1725 en 1727. Hij verkocht vervolgens op (20 januari 1728) zijn helft voor 1912 gulden contant aan zijn broer Anthony.11

Anthony de Hamer

In 1732 staat Anthony de Hamer als eigenaar vermeld.12 Hij trouwde in 1727 met Catharina van Hekken.13 Op 11 april 1727 werd een deel van het nieuwe pand op zijn naam geschreven. Hij was destillateur/brandenwijnstoker en kocht op 20 februari 1731 voor 1.000 gulden een kwart huis in de Raamsteeg.

De huurder in 1742 was Frans Voet (1708-1771), een tapper, met een inwonende dienstbode, de huurwaarde bedroeg 300 gulden per jaar. Zijn inkomen werd geschat op 600 gulden per jaar. Hij trouwde in 1738 met de weduwe Johanna Juffers van de Brouwersgracht. In 1757 hertrouwde hij met Anna Koelman en woonde toen op de Boomsloot. Bij zijn begraven woonde hij op de Groenburgwal.

Thomas Osseweijer is een huurder?

Joseph Middendorp

Anthony de Hamer en Catharina Hekke verkopen het pand “de vergulde druif” aan Joseph Middendorp op 30 oktober 1771 voor 12.500 gulden.14 Joseph Middendorp kwam uit Meppen en was destillateur. In 1764 werd hij poorter.Hij trouwde in 1778 met Helena de Kruyf en woonde toen op het Singel. Er kwamen vijf kinderen Jan Daniel, Wilhelmus, Lambertus, Bernardus en Anna Maria, allen gedoopt in het Maagdenhuis. In 1775 was hij betrokken bij een geschil over huur van kamers; hetgeen leidde tot een vechtpartij. Zijn vrouw stierf in 1777, begraven vanuit het pand op het Singel, hoek Raamsteeg. Hij hertrouwde in 1778 met Maria Elisabeth Scholte, maar stierf in 1780. Zij hertrouwde Gerardus Schenk.

Gerardus Schenk

Gerardus Schenk was wijnkoper, en afkomstig uit Boxmeer. Hij was in 1781 getrouwd met de weduwe Maria Elisabeth Scholte, eigenares van het pand. In 1782 werd hun zoon Wilhelmus gedoopt in het Maagdenhuis. In 1788 is er iets veranderd aan het pand , want de verponding werd verhoogd. M.E. Scholte overleed in 1809 in de Korte Leidsedwarsstraat.

De eigenaren in de 19e en 20e eeuw

Het pand vererfde op haar zoon Wilhelmus Schenk. In 1807 verkocht hij voor f 7.500 het pand aan Jan Hendrik Siegman. Schenk werd in 1808 poorter; zijn beroep was tapper.

1816 M. Daamen, tapper, huurwaarde 300, 1 persoon, 3e klasse

1820 Hendrik Kramer, eigenaar, tapper,

1825 Hendrik Kramer, tapper, huurwaarde f 200, 4 personen, 4e klasse

1841 H.M. Derkson, tapper, huurwaarde f 275, 2 personen, 4e klasse

De kelder, de winkel, het bovenhuis, en de bovenste verdieping werden afzonderlijk verhuurd, aanvankelijk aan een dienstbode met haar vrijer, een schildersknecht, een schoenmaker en een gepensioneerde met zijn vrouw en twee kinderen.

Kleinnummer 78, buurt 25

Huisnummering 1875 337, buurt F

File:Singel Amsterdam 001.jpg

Singel tussen de Hei- en Raamsteeg.

Ochtends vroeg, bij het begin van de markt, dreigden voortdurend opstoppingen in het Singel te ontstaan, die met veel ruzie, stompen, schelden en zelfs messentrekken gepaard gingen. De havenmeester, tevens marktmeester, moest erop toezien dat de schepen goed aangemeerd lagen. Hij wees de aanlegplaatsen aan, schreef de handelaren in en inde de accijnzen. Er kwamen onder meer schepen uit Leiden, Delft, Rotterdam, Den Haag, Schagen en Amersfoort.

Jacobus F. de Jong, apotheker, woonachtig op de N.Z. Achterburgwal, echtgenote Sara Sophia. Zijn kinderen Gerardus jr en Sally Sophie erfden het pand.

In 1887-1888 is Jan Timmer (1853-), apotheker, huurder. Hij kwam uit Harlingen en was getrouwd op 40-jarige leeftijd op 26 april 1894 te Amsterdam met Anna Hendrika Jacoba Beijst, 29 jaar oud, geboren op 5 februari 1865 te Amsterdam. Zijn moeder was Grietje Ritsma (1820-). Ook zij bewoonde het pand voor 1893. Rond 1900 zou er aan Singel 319 een verbouwing plaats hebben gevonden; tekening in het Stadsarchief.15 Het echtpaar had een zoon Karel, geboren in 1904.

Jan ter Horst (Hoorn 1871-) , slager, in 1907 getrouwd met Agatha van Nood (1877-) uit Zoeterwoude. De kinderen Frans, Jan en Agatha Cornelia erfden het pand. (1919-1920)

Huurder (1911): Jan Hendrik Machiel Keller (1871-), vleeschhouwer, woonachtig Nassaukade 164.

Huurder (1932-1933): Evert Slikker, aanvankelijk rund- en varkensslachter,  geboren 1891 in Zijpe, huurde het pand vanaf 1926, woonachtig Spaarndammerstraat 71, beroep graanhandelaar?

Huurder: D. Visser’s Goederenhandel.

Eigenaar (tussen 1940 en 1950?) is de Onderwijzers Spaarbank van het Nederlands Onderwijzers genootschap, gevestigd te Amsterdam.  In Zuid-Holland kwamen dergelijke vereenigingen tot stand, en een gevolg van het oprichten van die vereenigingen was het verrijzen van het Nederlandsch-onderwijzers-genootschap, in 1842, welk genootschap bij Koninklijk Besluit van 15 Maart 1844 wettig werd erkend (vóór 1848 bestond in ons land geen vrijheid van vereeniging). Bij alle belangrijke aangelegenheden, het onderwijs betreffende, heeft het Genootschap zijn krachtigen invloed doen gelden, vooral in de jaren 1848, 1854, 1856, 1857, 1878, 1889. In ‘t bijzonder is het Genootschap den onderwijzers tot zegen geweest door zijn bekende instellingen, nl. 1. de Onderwijzers-spaarbank; 2. de Levensverzekering-Maatschappij; 3. de Paedagogische bibliotheek; 4. het Nederlandsche Schoolmuseum; en 5. het Ondersteuningsfonds.

Eigenaars 1951-1961: Emma Mael (1883-), weduwe van Karel Pelger  (1885-1931), huisarts, en haar zoon Alfred Jan Karel Pelger (1918-2004) . Zij woonden Sarphatipark 86, Nassaukade 360 en Stadhouderskade 56

Huurder 1950-3: Mozes Cosman, boekhandelaar

Huurder 1953-4: Jacobus van Geenen, boekhandelaar in de ‘De Boekenhoek’

Jan Jacobus Juriaen van der Heide (1886-), zonder beroep en Hermina Leerink, weduwe, eigenaar van Prinsengracht 901, naast het Deutzenhofje?

In 1954 trok Henk Brinkman in het pand op de hoek van het Singel en de Raamsteeg in Amsterdam. In de veertig jaar daarna is Antiquariaat Brinkman een begrip geworden in de neerlandistiek en een aantal andere vakgebieden voor het betaalbare antiquarische boek.16

File:Voorgevels - Amsterdam - 20020913 - RCE.jpg

In de jaren zestig heeft de gemeente de panden aan de Zuidzijde van de Rosmarijnsteeg aangekocht om t.z.t. deze steeg te verbreden als begin van de reeds lang geprojecteerde doorbraak via Raamsteeg, Oude Spiegelstraat, Wolvenstraat, Berenstraat naar de Elandsgracht.

Voetnoten

  1.  Beeldbank kaart Berckenrode 1625
  2. http://www.stadsherstel.nl/ul/cms/fck-uploaded/SHNBRaamsteeg6web.pdf Raamsteeg 6
  3. Kwijtschelding R, f. 250
  4. De regenten van de Huiszittende Stadsarmen waren belast met de zorg voor de Amsterdamse armen die niet in een tehuis, maar in een eigen huis woonden. Deze armen werden ´s zomers en ´s winters bedeeld vanuit centrale uitdelingskantoren, de Huiszittenhuizen. Naar het zich laat aanzien was dat vanuit de Nieuwe Kerk
  5. Archief 349.179 van het Nieuwezijds en het Oudezijds Huiszittenhuis en van de Regenten over de Huiszittende Stadsarmen
  6. AWD 5067-16, f. 177
  7. In 1745 werd de winkel, etc. verkocht door de erfgenamen aan Dirk Clattenburg (-1781) voor 9.000 gulden. In 1792 werd het 3/4 pand door de erfgenamen van Hendrik Clattenburg (-1791) verkocht aan Johannes Gerardus Beumer.
  8. Kwijtschelding 3H-91v
  9. Kwijtschelding 3C-316
  10. Kwijtschelding 4S-188 (5 september 1725).
  11. Kwijtschelding 4W-3v
  12. Verpondingsnummer 3421, wijk 25.
  13.  Hun dochter Maria werd gedoopt in de Begijnenkerk. Van Hekken stierf in 1749 op het Singel bij de Korstenspoortsteeg.
  14. Kwijtschelding 6Q-386
  15. Beeldbank Singel 319
  16. Veertig jaar Antiquariaat Brinkman