
Van Dedem was een zoon van ambassadeur Frederik Gijsbert van Dedem (1743-1820) en Adriana Johanna Sloet, vrouwe van Lindenhorst (1745-1815)en een lid van de familie Van Dedem. Eén van de infanterie generaals onder Davout en Friant was Anthony Boldewijn Gijsbert van Dedem van den Gelder[13] , een van de weinige Nederlandse generaals die een Frans regiment commandeerde.
Loopbaan
Van Dedem volgde, op elfjarige leeftijd, zijn vader via Parijs. In een kerk ontmoette hij de Franse koningin Marie Antoinette, die vroeg wie hij was, de diplomaten Brantsen en De Vergennes. Het gezelschap trok via Lyon en Malta naar Constantinopel. Hij kreeg daar tekenles van Antoine Ignace Melling. Van Dedem reisde later alleen door de Levant en Egypte en keerde daarna naar Nederland terug. Hier toonde hij zich net als zijn vader, een aanhanger van Dirk van de Capellen tot de Poll, Berkel, Gijselaer en Visscher een groot voorstander van een omwenteling, en had daarnaast grote sympathie voor vrijhandel met Frankrijk en de VS. In 1795 werd hij door Overijssel afgevaardigd naar de Staten-Generaal en werd, nauwelijks 21 jaar oud, als gevolmachtigd minister naar Stockholm en naar Parijs gezonden. In 1798 keerde hij uit Frankrijk naar het vaderland terug, maar nam bij de Engelse inval dienst bij de staf van generaal Daendels, met wie hij de veldtocht in Noord-Holland meemaakte, tot hij op 19 september 1799, in de Slag bij Bergen, door het neervallen van zijn dodelijk gewonde paard, door de Engelsen krijgsgevangen werd gemaakt. Na zijn terugkeer in het vaderland vervulde Van Dedem verschillende gezantschappen, onder meer naar Londen, vanwege de overige krijgsgevangenen, Stuttgart, Florence, Rome en Parijs, waar hij tot 1806 verbleef. Door Schimmelpenninck tot generaal-majoor bevorderd, benoemde koning Lodewijk hem tot eerste kamerheer en zond hem als gezant naar Cassel en Napels. Hij werd uit Napels teruggeroepen om zitting te nemen in de krijgsraad, die de generaals Marchant en Radet moesten veroordelen.
Gedurende de inlijving van het koninkrijk Holland bij het Franse Keizerrijk ging Van Dedem in Franse dienst over; hij behield zijn rang, maar diende in ondergeschikte betrekking. Napoleon benoemde hem tot comte de l’empire (graaf) en op 19 april 1811 tot brigadegeneraal bij de bezetting van Hamburg, maar toen de oorlog met Rusland uitbrak, dat het Continentaal Stelsel probeerde te omzeilen, kreeg hij het bevel over een brigade van 6.400 man, waaronder 2.000 Spanjaarden twee regimenten infanterie, het 33e en het 111e, behorende tot het eerste legerkorps onder commando van Oudinot en Louis Friant.[1] Van Dedem werd brigadegeneraal over een Spaanse regiment en het 33e regiment de ligne, bestaande uit 1.300 man, dus niet over de 2.400 of 3.200 jagers.1
Volgens Van Dedem konden van zijn twee bataljons van het 33e regiment de ligne, onderdeel van de IIe Divisie, gestationeerd in Wismar (1500 man) 700 behoorlijk rekenen en 300 werden ingezet bij de administratie.2 Als zodanig nam hij deel aan de verovering van Zweeds Pommeren; op 19 januari bezet vanwege omzeiling van het Continentaal Stelsel. Van Dedem voerde ondertussen het bevel over 9.600 man. Tijdens de Veldtocht van Napoleon naar Rusland raakte hij in augustus 1812 gewond in de slag bij Smolensk[2] en in september bij de Borodino.[Mémoires, p. 239]
Volgens de altijd kritische Van Dedem hadden 500 man in het 33e regiment de ligne nauwelijks opleiding, 300 man kenden het decimale stelsel en de eerste drie regels van de meetkunde, 500 man zouden gemakkelijk ingezet kunnen worden als ambtenaar op het ministerie.[Mémoires Du Général Baron De Dedem De Gelder].[14] Van Dedem nam deel aan de verovering van Zweeds-Pommeren en kreeg in Kaunas het bevel over het 33e régiment de ligne.3

Dedem van Gelder, destijds aanwezig bij de cavalerie onder Grouchy, beschreef hoe het Franse leger op 13 augustus langs de linkeroever bij Dubrovna en Rassasna oprukte, en op 14 augustus de eerste slag bij Krasnoi won. Hij beschreef hoe het Franse leger zich ten zuiden van Smolensk opstelde. Er volgde een hevig artillerieduel met het Russische leger rond de oude stad. Vooral de Poolse regimenten leden zwaar bij de aanval. In zijn memoires uitte hij felle kritiek:
“De 17e augustus heeft veel mensenlevens gekost, en ongetwijfeld zijn er die dag enkele duizenden mannen volstrekt zinloos de dood ingejaagd; want al vanaf vier uur ’s middags waren er tekenen dat de vijand zich gereedmaakte om de stad in brand te steken en te verlaten, ook al werd er nog verbeten gevochten.”4
Over de brand en verwoesting van Smolensk doen uiteenlopende verslagen de ronde. Meerdere bronnen melden dat de brand werd aangestoken door Franse artillerie, bommen en granaten. Anderen — onder wie Dumonceau, Caulaincourt, Dedem van Gelder — stellen dat de Russen zelf de stad in brand staken bij hun aftocht, om haar niet in Franse handen te laten vallen. Winkels en kelders waren leeggeroofd, al vonden de soldaten wel grote hoeveelheden appels en ander fruit. Dedem van Gelder at zelfs een perzik en een ananas, maar schreef dat hij liever soep had gehad.5 Op 8 september 1812 kreeg hij het bevel over een Spaans regiment, afkomstig van Joseph Bonaparte.[Mémoires, p. 241]
Hij onderscheidde zich vervolgens in de gevechten en veldslagen bij Lützen, Bautzen, Leipzig, Parma en Piacenza (en is opgenomen in 1817 in het erelegioen). Dedem keerde in 1814 naar Nederland terug, waar hij vruchteloos zijn diensten aanbood aan Koning Willem I. Daarop vertrok Van Dedem naar Frankrijk en liet zich naturaliseren. Hij werd door Lodewijk XVIII aangesteld als generaal. Hij werd in 1816 benoemd tot commandant van het departement van de Jura, tot generaal-inspecteur van de infanterie en ontving de ridderorde van St. Louis. Hij werd in 1816 van al zijn rechten als Nederlander vervallen verklaard, waardoor hij ook zijn Nederlandse adeldom en het predicaat van jonkheer verloor. Zijn laatste jaren woonde hij ambteloos in Italië en overleed daar in 1825. Van Dedem was ongehuwd en had geen kinderen. Zijn zus jkvr. Johanna Philippina Hermanna van Dedem (1772-1860), die met Friedrich Wilhelm Ernst von Knobelsdorff, Pruisisch gezant in Constantinopel, was getrouwd, erfde het landgoed.
Van Dedems mémoires werden in 1900 in Parijs uitgegeven door zijn verre verwant Catharina Elisabeth Boldewina van Dedem.
Bibliografie
- Mémoires du général Bon De Dedem de Gelder, 1774-1825. Un général hollandais sous le premier Empire. Paris, 1900.[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|
- Fennekotter, p.42 ↩
- Mémoires de Antoine de Dedem. p. 201, 222 ↩
- Van Dedem raakte al gewond in Smolensk maar nam toch deel aan de slag bij Borodino. 1812: The March on Moscow Door Paul Britten Austen. ↩
- Un général hollandais sous le premier empire. Mémoires du général Baron de Dedem de Gelder, l774-1825 ↩
- Dedem van Gelder, p. 232 ↩